Sibori de stamvader
van Naku Amang Dua
had twee zonen Surnai Kapitan en Kweru Kotasiwa. Hun dagelijks
werk bestond uit het sago kloppen (nani sago) op de Toreau dusun (de
sago-dusun van soa Pesi). Op een dag terwijl ze aan het werk waren,
zagen ze meur (sago-resten) verspreid liggen alsof een varken net klaar
was met eten. Ze zagen ook de pootafdrukken van een varken in de buurt
van de sago werkplaats. Toen ze samen met de ‘mawe’ (‘mauweng’=sjamaan)
verder zochten kwamen ze erachter dan het varken dat de sago-boom
beschadigd had gezelschap had van iemand uit Ema bij Batu Itang (Batu
Hitam = Zwarte Steen). Surnai en Kweru vingen het varken, sneden een oor
af en lieten het weer vrij om zo achter de eigenaar te komen.
Kapitan Ema de eigenaar van het varken was vertoornd toen hij hoorde dat zijn varken
door iemand van Naku verwond was. Men haastte zich naar Naku om Surnai en
Kweru te bevechten, Op een door Tanihatuila de kapitan Ema en
Tanihatumese (malesi – oorlogsaanvoerder) aangegeven plaats wilden men
de strijd aangaan met de kapitan van Naku, Surnai en Kweru. Naar het
schijnt voelde kapitan Ema de schaduw van de kracht van kapitan Naku die
moediger was en gaf zich over. Het gevecht ging niet door.
Kapitan Ema en kapitan Naku zweerden vervolgens een eed die “angkat pela” heet
(pela-verbond sluiten). De plaats die ze ervoor uitzochten heet “Air Pasuan Dua” wat ‘twee rivieren die elkaar tegenkomen en een worden’
betekent (deze ligt nog in het rechtsgebied van Naku). Ze slachten een
reine zwarte kater in de open lucht op een groot stuk vlak rots. Het
bloed werd opgevangen in een klapperdop. Vervolgens doopte kapitan Naku
de punt van zijn hakmes in de dop en stak het uit naar de mond van
kapitan Ema, die het toen aflikte. Hetzelfde deed kapitan Ema tegenover
kapitan Naku. De kapitans van beide dorpen zweerden toen dat niemand van
Naku ooit met iemand van Ema mocht trouwen en omgekeerd. Om toekomstige
geschillen te voorkomen vroegen de mensen van Ema om van Batu Itang weg
te gaan. Kapitan Naku wees vervolgens de plaats van de Ema-nezen aan door
een speer vanuit Batu Itang te werpen die in Hausasiwa (Hau=steen,
siwa=negen)neerkwam. De Ema-nezen verhuisden toen naar Hausasiwa. De speer die
door kapitan Naku geworpen werd, groeide uit en werd een bamboescheut
tot aan de dag van vandaag.Hoewel het verschillende malen gekapt en
verbrand is, bleef het
toch steeds uitgroeien.
In
Hausasiwa, raakten de Ema-nezen in onmin met kapitan Matawaru (mata-oog,
waru-acht: Achtoog) die daar nogal vaak verkeerde. Kapitan Ema verzocht
andermaal kapitan Naku om een andere verblijfplaats te zoeken, op
dezelfde wijze als voorheen. De speer kwam dit keer op de plek neer waar
de mensen van Ema hun dorp hebben opgebouwd tot aan vandaag.
De pela-eed
tussen Naku en Ema heet Pela Parang.
Mythe en ritueel werden
verteld en verklaard door de heer Sem
Pesiwarisa (Adathoofd van Naku)
Bron: Tesis “Analisa sosio-budaya dan refleksi teologi terhadap heka-leka di Naku pulau Ambon”,
door
Steve G.C. Gaspersz. Universitas Kristen Satya Wacana, Salatiga 2000.
|